Toevoeging van zink aan behandeling hydroxychloroquine en azitromycine bij klinische patiënten geassocieerd met bijna halvering sterfte

In het Journal of Medical Microbiology is een retrospectieve comparatieve studie verschenen waarbij men keek naar COVID ziekenhuispatiënten in New York die hydroxychloroquine (HCQ) en azitromycine (AZM) hadden gekregen. Men vergeleek de groep die daarnaast een zinksulfaat-supplement had ontvangen met de groep die dat niet had gekregen.

(Tekst loopt door onder het plaatje.)

NB: 440 mg zinksulfaat komt overeen met 100 mg puur zink. Sommige medicijnen werden in delen gegeven, bijvoorbeeld de helft ‘s morgens en de helft ‘s avonds. Zie het artikel voor de details.

Resultaten

De toevoeging van zink was geassocieerd met significant betere klinische uitkomsten, zoals te zien is in bovenstaand plaatje.

Uit de analyse van subgroepen blijkt dat de toevoeging van zink een enorm verschil maakte bij klinische patiënten (wel in ziekenhuis, maar niet op IC) en bij IC-patiënten niks uithaalde. Dit is totaal niet verrassend.

Fases in het ziekteproces

COVID begint met een fase van virale replicatie, waarbij het virus de cellen van de gastheer kaapt om zichzelf meer en meer te vermenigvuldigen.

Naarmate het immuunsysteem van de gastheer op stoomt komt, ontstaan steeds meer virusresten die op hun beurt tot een enorme ontstekingsreactie (cytokinestorm) en bloedklonters (trombose) leiden. Het meeste virus is dan al ‘dood’ en antivirale middelen helpen niet om dood virus nog doder te maken.

Patiënten worden niet zozeer ziek door het virus, maar door de zeer heftige reactie van hun immuunsysteem op virusresten.

Benodigde medicijnen in iedere fase

In de eerste fase zijn antivirale medicijnen en behandelingen gewenst. In de fase van hyperinflammatie zijn ontstekings- en stollingsremmers nodig. Antivirale medicijnen en behandelingen doen dan (haast) niks meer.

Zink is o.a. een uitstekend antiviraal middel, mits het de cellen in kan komen. Het heeft een hulpmiddel nodig om het de cel in te loodsen: een zogenaamde zink ionofoor. HCQ is zo’n middel, net als quercetine en EGCG. De twee hebben elkaar nodig voor optimaal resultaat.

Conclusie

  • Zo vroeg mogelijke behandeling met antivirale middelen is cruciaal. Behandeling dient te beginnen bij de allereerste symptomen, net zoals je een brand zo vroeg mogelijk wilt blussen. Als de patiënt eenmaal doodziek is,1 zijn er alleen nog maar slechte oplossingen en helpen antivirale middelen niet meer.2
  • Zink en zink ionoforen hebben elkaar nodig voor optimaal resultaat. De een zonder de ander is als een geweer zonder munitie of munitie zonder geweer.
  • Hydroxychloroquine is veilig, mits gegeven in de juiste dosis en voor korte duur. De European Heart Rhythm Association heeft dit onlangs bevestigd. Zij concluderen: “HCQ administration is safe for a short-term treatment for patients with COVID-19 infection regardless of the clinical setting of delivery, causing only modest QTc prolongation and no directly attributable arrhythmic deaths.”

Zie ook

In onderstaande video bespreekt een arts de wetenschappelijke publicatie uit dit artikel.

Voetnoten

[1] Ik wil absoluut niet zeggen dat de situatie hopeloos is als iemand doodziek is. Corticosteroïden (zoals dexamethason, methylprednisolon en prednison) en stollingsremmers werken dan namelijk goed en bieden perspectief. Maar het blijft dat ze verre van ideale oplossingen zijn.

[2] Hydroxychloroquine is heeft niet alleen een antivirale werking in combinatie met zink, maar is ook een immuunmodulator. Daarom wordt het ook gebruikt bij auto-immuunziekten zoals reuma en lupus (onder de merknaam Plaquenil). Echter, de immuunmodulerende werking is veel te zwak in verhouding tot heftige immuunreactie die met COVID gepaard gaat. Om die te kunnen beheersen zijn veel zwaardere middelen nodig, namelijk corticosteroïden.

Het Zelenko protocol: dé genezing van COVID19?

De New Yorkse arts Vladimir ‘Zev’ Zelenko (Twitter) heeft een protocol ontwikkeld en getest dat volgens mij COVID uitstekend voorkomt en geneest, mits het juist toegepast wordt.

Momenteel ben ik me er verder in aan het verdiepen. Ik publiceer er alvast over, omdat het essentieel is dat de informatie zo snel mogelijk bekend wordt.

Op basis van de kennis die ik momenteel heb, concludeer ik dat het Zelenko protocol fantastisch goed werkt. Het lijkt sterfte en ernstige ziekte met meer dan 70% te verminderen. Als ik zelf COVID zou krijgen, zou ik het gebruiken. Ik zou het ook aanraden aan mijn dierbaren en heb de ingrediënten al voor ze klaar liggen.

Als we dit morgen door het hele land zouden invoeren, zouden alle beperkingen à la minute opgeheven kunnen worden. (De andere maatregelen waar ik het al zo vaak over gehad heb, zoals vitamine D, ventilatie, luchtvochtigheid, een gezondere leefstijl en dieet, etc. zijn natuurlijk nog steeds wenselijk.)

Het Zelenko protocol op hoofdlijnen:

  • Hydroxychloroquine (HCQ) in combinatie met zink en azitromycine (‘triple therapy’, HCQ+) in de juiste doses
  • Behandeling moet zo vroeg mogelijk gestart worden, bij voorkeur direct bij de eerste symptomen (of zelfs uit voorzorg, in het bijzonder voor mensen die extra risico lopen, zoals verplegend personeel)

Toelichting

Zink remt replicatie van het virus in cellen, maar komt moeilijk de cel in. Daar helpt hydroxychloroquine bij: het loodst zink de cel in. (Denk aan het Paard van Troje waarbij hydroxychloroquine het paard is en zink de soldaten in het paard. De verdedigingsmuur is de celwand. De vijandelijke soldaten binnen de muren zijn het virus.) Azitromycine is een antibioticum dat de bijkomende longontsteking vroegtijdig probeert te remmen.

Zelenko maakt de volgende vergelijking: het geweer is HCQ, de kogel is zink, het kogelwerende vest is azitromycine. Het is vooral de combinatie die goed werkt. Aan een geweer zonder kogels heb je vrij weinig. Aan kogels zonder een geweer ook.

NB: Zink zit ook in voedsel, dus zonder supplement zou je ook al wat moeten kunnen bereiken, maar ten eerste schijnen veel mensen een tekort te hebben en ten tweede is bij een zware infectie mogelijk heel veel zink nodig.

Een infectie met corona begint met een fase waarin het virus zich vermenigvuldigt in de gastheer. Dit stopt na zo’n 7 dagen waarna er extreem veel virus in de gastheer kan zijn, en wordt gevolgd door een intense ontstekingsreactie waaraan de patiënt kan overlijden. Het Zelenko protocol werkt het vermenigvuldigen van het virus tegen, maar dat gaat dus alleen in het begin. Daarom is zo vroeg mogelijke behandeling zo essentieel.

Net zoals je een infectie of een bosbrand zo vroeg mogelijk wilt bestrijden, zo wil je COVID ook zo vroeg mogelijk bestrijden.

HCQ is een medicijn dat al decennia gebruikt wordt tegen malaria en veilig is. Het wordt ook gebruikt bij auto-immuunziekten als reuma en lupus, en staat ook wel bekend onder de naam plaquenil. Bij de juiste dosis zijn uitsluitend op de IC gevallen bekend van hartritmestoornissen.

Het Zelenko protocol vermindert niet alleen de sterfkans aanzienlijk, maar ook de kans om ernstig ziek te worden. Sommige mensen waaronder ook mensen die niet in het ziekenhuis hebben gelegen, kunnen nog vele maanden last hebben (‘long COVID’, ‘long haulers’). Volgens Zelenko komt dit o.a. door het samenklonteren van het bloed (hypercoagulatie). Het Zelenko protocol voorkomt dat het zover komt.

Maar HCQ werkte toch niet en was toch dodelijk?

Er is wetenschappelijk onderzoek naar HCQ bij COVID, maar daar is van alles op aan te merken.

  • Twee onderzoeken (waaronder het beruchte Surgisphere onderzoek in The Lancet) bleken fraude en zijn inmiddels teruggetrokken. Ondertussen heeft het medicijn voor een belangrijk deel hierdoor zowel flinke vertraging als enorme reputatieschade opgelopen.
  • Veel onderzoeken testen HCQ bij patiënten die al op de IC liggen. Dan werkt het niet meer, omdat de fase van virale replicatie al gestopt is.
  • Sommige onderzoeken testen HCQ in de laagrisicogroep. Dan zie je weinig verschil, omdat mensen uit de laagrisicogroep in bijna alle gevallen toch wel overleven.
  • Bij enkele onderzoeken is HCQ in een zo hoge dosis toegediend dat de patiënten overleden. Deze onderzoeken tonen niet zozeer aan dat HCQ gevaarlijk is, maar dat patiënten eraan sterven als je een dodelijke dosis toedient. Dat wisten we al. We wisten ook al lang wat de dodelijk dosis was.
  • Sommige onderzoeken testen HCQ (al dan niet met azitromycine) zonder toevoeging van zink, maar dan werkt het niet goed. Een geweer (al dan niet met kogelwerend vest) zonder munitie haalt weinig uit.

HCQ was toch verboden?

HCQ was inderdaad verboden in Nederland en bepaalde andere landen, maar sinds enkele dagen niet meer. Zelfs als het verboden was, dan kunnen mensen alternatieven gebruiken die zonder recept verkrijgbaar zijn. Het gaat hierbij om quercetine (een stof die in plantaardig voedsel voorkomt, waaronder kappertjes, uien, appels, etc.) en EGCG (epigallocatechin-gallate; extract van groene thee).

Links voor meer informatie

De Gouden Standaard onder de corona brandmelders

Bron: meqasa

Stel je een brandmelder voor. Niet zomaar een, maar de Gouden Standaard, de crème de la crème. Deze brandmelder detecteert niet alleen een grote brand dichtbij (dat doen ze allemaal), maar is zo hypergevoelig dat hij het zelfs waarneemt als aan de andere kant van de stad een kaars brandt of als maanden geleden in het gebouw een kaars heeft gebrand.

Prachtige techniek allemaal, maar totaal onbruikbaar voor de gebruiker die alleen wil weten of in zijn huis momenteel brand is. Dat rotding gaat namelijk aan de lopende band af terwijl er niks aan de hand is.

Als de melder afgaat is in bijna alle gevallen wel degelijk een rookdeeltje aanwezig, alleen is niet duidelijk of het een grote brand dichtbij is (terecht alarm) of een kaarsje aan de andere kant van de stad (vals alarm).

Het onderscheid tussen beide scenario’s kan behoorlijk goed afgeleid worden aan de hand van het aantal waargenomen rookdeeltjes: gigantisch veel is waarschijnlijk grote brand dichtbij; slechts een of enkele is bijna zeker geen reden tot zorg. Het aantal waargenomen deeltjes is wel bekend, maar wordt in dit geval niet gebruikt om een vals alarm te voorkomen.

Corona PCR-test

De kenmerken van bovengenoemde brandmelder komen overeen met de corona PCR-test. De hoeveelheid genetisch materiaal (viral load) die de test vindt (cycle threshold, Ct-waarde) is bekend en essentieel, maar wordt niet bekendgemaakt. De test verdubbelt genetisch materiaal tot het eventueel waargenomen wordt. Bij het afkappunt van 40 verdubbelingen, is aan het eind 240 = 1.100 MILJARD maal zoveel materiaal aanwezig als aan het begin!!!

Zelfs na ‘slechts’ 30 verdubbelingen is 1 miljard maal zoveel materiaal als aan het begin (=230). Oftewel aan het begin was er zo ongelooflijk weinig materiaal, dat je het maar liefst 1 miljard maal moest vermenigvuldigen om het waar te kunnen nemen.

Ook hier is een behoorlijk betrouwbare relatie: gigantisch veel genetisch materiaal = momenteel mogelijk besmettelijk en potentiële ziekte; ongelooflijk weinig genetisch materiaal = momenteel bijna zeker niet besmettelijk en ook niet ziek.

Jaap van Dissel bevestigt dit. Kort door de bocht: heel veel genetisch materiaal betekent waarschijnlijk actief virus, heel erg weinig genetisch materiaal betekent waarschijnlijk virusresten.

Nou varieert de hoeveelheid virus sterk gedurende een besmetting. In het begin loopt het bliksemsnel op en na de piek neemt het gedurende enkele weken/maanden langzaam af. Als je weinig genetisch materiaal vindt, weet je niet of je nou helemaal aan het begin of aan het eind zit, of dat er nooit ziekte en besmettelijkheid zullen komen.

Conclusie

  • De hoeveelheid gevonden genetisch materiaal (Ct-waarde) is een cruciale factor die wel bekend is, maar niet doorgegeven wordt. Het is een onvolledig gegeven, maar heel veel beter dan niks. Momenteel wordt alleen bekendgemaakt of genetisch materiaal gevonden is, maar niet hoeveel. De huidige summiere testuitslag is m.i. zo goed als nutteloos.
  • Een gevoeliger test hoeft niet per se beter te zijn. Sterker: gevoeliger kan juist slechter zijn. De brandmelder uit het voorbeeld is zo overgevoelig dat hij totaal onbruikbaar is. We willen geen maximale maar optimale gevoeligheid. Gevoelig is goed, te gevoelig is slecht.

Wat moet er beter?

  • Zolang we de PCR-testen nog gebruiken, moet de hoeveelheid genetisch materiaal ook bekend gemaakt worden. Dit is een imperfect gegeven, o.a. omdat de monsterafname uitmaakt en verschillende analysemachines net iets anders werken, maar in dit geval is imperfecte informatie veel beter dan helemaal geen informatie.
  • Als je besmettelijkheid wilt meten (in veel gevallen is meten m.i. zinloos), zul je heel regelmatig moeten meten. Met de PCR-test is dit zowel onpraktisch als astronomisch duur (kosten per test: zo’n 100 euro).
  • Een veel beter alternatief zijn thuistesten die zo’n 2 euro per stuk kunnen kosten en waar de uitslag binnen 15 minuten bekend is, naast meer voordelen. De techniek bestaat al en ze kunnen zo beschikbaar komen, maar de beleidsmakers hebben ze lang afgewezen omdat ze minder gevoelig waren dan PCR-testen. In plaats dat dit als een pluspunt werd gezien (minder fout-positieve besmettelijken) werd het onterecht gezien als een reden om ze af te wijzen. Zelfs als deze test van mindere kwaliteit zouden zijn (wat ze m.i. dus niet zijn), compenseert de mogelijkheid om vaak te testen hun lagere gevoeligheid ruimschoots.
  • In plaats van PCR-testen die proberen te bepalen of je het virus hebt, zouden bloedtesten die zoeken naar antilichamen en kijken of je het virus had, een veel beter idee zijn. Wie antilichamen heeft, wordt daarna bijna zeker niet meer ernstig ziek en besmettelijk, dus PCR-testen zijn dan (uitzonderingen daargelaten) ook zinloos. De antilichamen nemen na verloop van tijd af met mogelijk iets verminderde immuniteit, maar de immuniteit blijft hoogstwaarschijnlijk heel sterk verhoogd. T-cellen spelen ook een essentiële rol, maar zijn moeilijker te meten.

P.S. In bepaalde gevallen is maximale gevoeligheid juist goed, bijvoorbeeld bij het onderzoek naar genetisch materiaal bij een zware misdaad. Dat is echter een compleet andere toepassing.

P.P.S. Er zijn ook nog de kwesties van o.a. werkelijke fout positieven (alarm gaat wel af, maar geen enkel rookdeeltje aanwezig) en de valkuilen van testen bij grootschalig laagsymptomatisch/asymptomatisch testen bij lage prevalentie, maar dat is een andere discussie.

Testen versus robuustheid, preventie en effectieve veilige behandeling

In plaats van, of op zijn minst aanvullend aan, goede brandmelders, is het m.i. veel beter om de kans op en gevolgen van brand te verminderen. Denk aan minder brandbaar materiaal in huis en kaarsen vervangen door LED-lampen.

Bij corona is dit ook zo. In plaats van eindeloos testen, zou het veel beter zijn om te zorgen voor goede ventilatie, luchtvochtigheid, vitamine D, en een goede gezondheid en immuunsysteem (middels een gezonde leefstijl en dieet). Als de bevolking tenslotte nagenoeg niet vatbaar is voor een ziekmaker, hoef je ook niet te testen.

Daarnaast is het goed om brandblussers in huis te hebben. Bij corona zijn dit o.a. het gebruik van bloedverdunners en dexamethason. Het allerbeste lijkt het Zelenko protocol te zijn. (Goed nieuws is dat sinds gisteren hydroxychloroquine in Nederland weer voorgeschreven mag worden tegen corona.)

Zie ook

Credit

De analogie met branddetectie heb ik overgenomen van professor Michael Mina. Hij maakt die vergelijking in deze video.