T-cellen spelen een cruciale rol in onze afweer. T-cellen in 40-60% van afgenomen bloed uit 2015-2018 vallen het nieuwe coronavirus aan. Dit duidt op kruisimmuniteit: T-cellen die wél bekend zijn met gewone corona verkoudheidsvirussen maar niet het nieuwe coronavirus, herkennen het toch als vijand en vallen het aan. Dit maakt aannemelijk waarom zo’n 40% van de besmettingen asymptomatisch1 verloopt.
Van T-cel immuniteit is bekend dat het jaren aanhoudt, terwijl antilichamen na slechts enkele maanden niet meer te meten zijn. Het laatste wil volgens mij niet per se zeggen dat ze niet relatief snel opnieuw aangemaakt kunnen worden als daar behoefte aan is. In ieder geval is aannemelijk dat wie blootgesteld is aan het virus, nog jaren kan rekenen op immuniteit.
Afwezigheid van antilichamen in het bloed is GEEN betrouwbare indicator dat de persoon het virus niet gehad heeft2: als de T-cellen het werk goed aankunnen, worden geen antilichamen aangemaakt. Met T-cellen meegerekend (dus niet alleen antilichamen), kunnen we al dicht bij groepsimmuniteit zitten. Probleem is dat T-cellen moeilijk te meten zijn.
Virale dosis is essentieel: wie minder virus binnenkrijgt heeft (all else equal) minder kans op besmetting en minder ernstig ziekteverloop. COVID-19 is multi-factorieel, niet mono-factorieel: meerdere factoren spelen een rol waaronder leeftijd, gezondheid, virale dosis, (kruis)immuniteit en punt van binnenkomst (grote druppels blijven steken in de periferie, ingeademde microdruppels kunnen rechtstreeks de onderste luchtwegen bereiken).
Toelichting
[1] Asymptomatisch is wanneer iemand tijdens de hele besmetting geen symptomen vertoont. Presymptomatisch is wanneer iemand nog geen symptomen vertoont, maar mogelijk later wel. Het verschil is pas achteraf vast te stellen.
[2] Het omgekeerde geldt wel: wie wel specifieke antilichamen voor het nieuwe coronavirus heeft, is ook besmet geweest.