
Het ontstaan van resistentie tegen vaccins is vergelijkbaar met het ontstaan van resistentie tegen antibiotica. De smalle niet-steriliserende immuniteit die de COVID19 vaccins opwekken, vergroot de kans op het ontstaan van varianten die resistent zijn tegen de vaccins. Natuurlijk verkregen immuniteit is krachtig, robuust, duurzaam, en gaat niet gepaard met een verhoogd risico op resistentie.
Er gaat een verhaal rond dat mutatie van het nieuwe coronavirus stopt als we maar zo snel mogelijk iedereen vaccineren. Het zouden de ongevaccineerden zijn die een gevaar vormen voor de mensheid in het algemeen en voor de gevaccineerden in het bijzonder, omdat in de ongevaccineerden nieuwe virusvarianten zouden ontstaan waartegen de vaccins geen bescherming bieden. Ongevaccineerden zouden ‘variantenfabriekjes’ zijn en gevaccineerden juist niet. Viraal immunoloog dr. Byram Bridle legt in dit recente interview uit dat het laatste de omgekeerde wereld is.
Resistentie tegen een vaccin of medicijn ontstaat als een muterende entiteit (in dit geval een coronavirus) gedurende een langere periode blootgesteld wordt aan een smalle selectiedruk die niet dodelijk voor de entiteit is (niet-steriliserend).
Alle genoemde voorwaarden voor resistentie zijn van toepassing op alle COVID19 vaccins. Zij leiden namelijk uitsluitend tot bescherming tegen het spijkereiwit (smalle selectiedruk) en veroorzaken aantoonbaar geen steriliserende immuniteit. Het laatste betekent dat het virus zich nog steeds kan vermenigvuldigen in de luchtwegen van gevaccineerden, waardoor ook gevaccineerden besmettelijk kunnen zijn.
Continue reading →